Image Alt

Leerstof

Vaklessen

In de vaklessen komt leerstof aan bod waarbij het accent ligt op vaardigheden. Enkele van deze vakken worden door vakleerkrachten gegeven.

Hieronder vallen o.a. tekenen, vormtekenen, boetseren en knutselen. Deze vakken zijn in het totale onderwijsaanbod verweven en krijgen in vaklessen extra impulsen.

De kinderen leren hoe ze verschillende materialen (kleurkrijt, kleurpotloden, aquarelverf en plakkaatverf) kunnen gebruiken.

Het vormtekenen, ritmische bewegingsoefeningen op papier ter ondersteuning van het schrijven, wordt in de hogere klassen vertaald naar het tekenen van symmetrie oefeningen (zoals Keltische motieven).

De kinderen leren in alle groepen van de onderbouw verschillende gereedschappen gebruiken en worden geïnformeerd over de herkomst van de materialen. Er worden ambachtelijke werkstukken vervaardigd.

De handwerklessen worden verzorgd door een gespecialiseerde vakleerkracht.

Er wordt dagelijks gezongen; vanaf eind groep 5 in canon en vanaf groep 6 tot en met 8 ook in meerstemmigheid.

Naast zang, in het Nederlands en andere talen, wordt ook aan de beweging veel aandacht besteed. Deze muzikale vorming wordt ondersteund door de instrumentale lessen op de bamboefluiten; de kinderen leren, onder begeleiding van een expert, een bamboefluit zelf bouwen en bespelen en komen tot meerstemmig samenspel. De basis van het notenschrift wordt aangeleerd in groep 6.

Euritmie betekent goed ritme. De kinderen bewegen op het ritme van de taal (bijvoorbeeld gedichten) en van de muziek (piano). Verschillende ruimtelijke oefeningen stimuleren een goede oriëntatie en welbevinden.

Euritmie wordt verzorgd door een gespecialiseerde vakleerkracht, al dan niet met muzikale begeleiding.

Tijdens gymnastiek wordt meestal gewerkt in een drievakken-systeem; dit betekent dat de kinderen in kleine groepjes worden opgedeeld en dat er per gymles drie kernactiviteiten aan bod komen. We maken gebruik van ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’ dat een doorgaande lijn is voor groep 1 t/m groep 8.

Gymnastiek wordt gegeven door een gespecialiseerde vakleerkracht.

Periode onderwijs

In een blok van drie tot vier weken verzorgt de groepsleerkracht gedurende de eerste twee uren van de dag het periodeonderwijs. Naast een zogenaamde ‘opmaat’ met zang en individuele oefeningen, wordt er dagelijks één vak intensief aangeboden.

Daarbij wordt gebruik gemaakt van velerlei invalshoeken. Klassikaal, in groepsopdrachten, bewegend, denkend, oefenend en creatief verwerkend wordt het onderwerp benaderd.

Hiermee wordt eerbied, verwondering en leergierigheid aangesproken. Als zichtbaar resultaat zijn er de periodeschriften waarin de kinderen individueel de lesstof verwerken.